Van ’t Lo tot Terlamen… Van Gerhees tot Godsheide… door Vic Mennen

De historische nederzettingen in de Limburgse Kempen zijn heidenederzettingen. Naast het akkerland en het grasland, vormde de woeste heidegrond de derde pijler van de gemengde bedrijfsvorm. Vele gehuchten kwamen tot stand bij de dikwijls smalle beekdalen op de flank van een dekzandrug. 

Sommige dorpen zoals Lommel waren en zijn karig bedeeld met kleine waterlopen, in tegenstelling tot buurgemeenten met hun gehuchten in de Dommelvallei (Pelt) of in het Netebekken (Mol). Toch lagen ook deze kleine waterlopen aan de basis van het gehuchtenpatroon.  Deze lezing behandelt het belang van onder meer de Dommel, Warmbeek en Abeek, maar ook van kleinere beken voor de vorming van onze oudste nederzettingen. Broeseind (Neerpelt), Vreyshorring (Lommel), Donderslag (Meeuwen), Korspel (Beverlo), … klinken wellicht vertrouwd in de oren. Maar wat betekenen ze?

Vic Mennen schreef plaatsnaamkundige studies (onder andere over Lommel, Hechtel, Eksel en Koersel) en is coauteur van het tweedelige Woordenboek van de Vlaamse Waternamen (2016-2018). Hij werkt aan een woordenboek over de meer dan 500 nederzettingsnamen van de Limburgse Kempen.