De Vlaamse Veldloopweek is niet meer. Na 31 jaar verandert Sport Vlaanderen de insteek van de bekende veldlopen en dus ook zijn naam. Vanaf dit jaar gaat de jaarlijkse hoogmis voor schoollopen door het leven als de Vlaamse Loopweek. Sport Vlaanderen zag de populariteit van loopevenementen, zoals urban trails, color runs en obstakellopen de laatste jaren zo sterk toenemen dat het gemeenten en scholen wil overtuigen om ook van hun schoollopen een feest van beleving te maken voor de kinderen. Door de coronamaatregelen wordt de Vlaamse Loopweek dit jaar uitzonderlijk over het hele schooljaar gespreid, met het accent op de periode voor de herfstvakantie.
Vlaamse Veldloopweek wordt Vlaamse Loopweek
Het startschot van de allereerste Vlaamse Loopweek wordt morgen in Lommel gegeven. Na 31 edities van de Vlaamse Veldloopweek, kiest Sport Vlaanderen met deze naamsverandering voor een nieuwe insteek voor de jaarlijkse schoollopen. Hiermee speelt het in op de laatste looptrends.“Het vernieuwde concept biedt mogelijkheden aan scholen en gemeenten om zich niet te beperken tot een veldloop, maar om hun creativiteit de vrije loop te laten gaan”, zegt Philippe Paquay, administrateur-generaal bij Sport Vlaanderen. “De enorme populariteit van sportieve evenementen zoals urban trails, color runs en obstakellopen toont aan dat er heel wat mogelijk is.”
Wat blijft, is het partnership. De Vlaamse Loopweek is een initiatief van schoolsportondersteuner MOEV en het sportagentschap Sport Vlaanderen, in nauwe samenwerking met de gemeentebesturen, het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB) en de Vlaamse Atletiekliga (VAL).
“Dit schooljaar is in alle opzichten apart te noemen”, zegt Vlaams minister van Sport én Onderwijs Ben Weyts. “Maar net zoals we de Gordel anders organiseerden, doen we dat nu ook met de traditionele massale veldlopen van tientallen klassen. In plaats van alles dan maar af te gelasten, maken we van de nood een deugd. En dus spreiden we de activiteiten. We blijven sporten, alleen doen we dat anders.”
“Lopen hoeft niet saai te zijn”
De kinderen in Lommel komen met de fiets aan. Daarna wordt er gedanst om op te warmen. Dan krijgen de kinderen een heuse hindernissenloop voor de kiezen. Daarop volgt nog een sportinitiatie en vindt er rond het domein per klas nog een wandelzoektocht plaats. Langs de kant wordt er muziek voorzien, en ook YouTubers Celine & Michiel en LUUK, de mascotte van MOEV, zijn van de partij. Kortom, een hele dag vol sport en beleving.
“Lopen hoeft niet saai te zijn, een idee dat toch nog soms leeft bij kinderen. Sport Vlaanderen gelooft dat we ook kinderen enthousiast kunnen maken om meer te lopen als we erin slagen beleving toe te voegen op maat”, aldus Jo Haentjens, afdelingshoofd Sportpromotie bij Sport Vlaanderen.
Ook de rest van het schooljaar blijven lopen
Door de coronacrisis wordt de periode van de Vlaamse Loopweek dit jaar uitzonderlijk uitgebreid naar het volledige schooljaar. Dit om scholen en gemeenten de kans te geven om alles zo vlot en zo veilig mogelijk te organiseren. De meeste schoollopen zullen wel plaatsvinden voor de herfstvakantie. Dit jaar schreven 151 gemeenten zich met 164.000 deelnemers in, wat ondanks de coronacrisis alweer een groot succes genoemd kan worden.
“Lopen is gezond en kan op een veilige manier gebeuren. We hopen dat we het dit vernieuwde concept van de Vlaamse Loopweek scholen kunnen overtuigen om er ook de rest van het schooljaar op te blijven inzetten”, sluit Philippe Paquay af.
Over Sport Vlaanderen
Sport Vlaanderen is de sportadministratie van de Vlaamse overheid, en heeft een duidelijke missie: het wil iedereen in Vlaanderen zoveel mogelijk kansen bieden om hun hele leven lang te sporten en te bewegen. Sport Vlaanderen doet dit door het sport- en beweegaanbod in Vlaanderen zo kwaliteitsvol en zo toegankelijk mogelijk te maken op maat van iedereen. Om dit te bereiken geven dagelijks meer dan 600 mensen het beste van zichzelf, onder leiding van administrateur-generaal Philippe Paquay en algemeen directeur Paul Rowe. De organisatie bestaat uit het hoofdbestuur dat zich in Brussel bevindt, veertien centra verspreid over Vlaanderen en vijf provinciale promotiediensten, één in elke provincie.